Heliakische opkomst van een ster

 

De heliakische opkomst van een ster is haar eerste kortstondige verschijning net voor zonsopkomst, na een lange periode van onzichtbaarheid.

Dit verschijnsel kunnen we uitleggen d.m.v. enkele eenvoudige animaties. Laat ons beginnen met een schets van de aarde, de zon en een oneindig verre ster in hetzelfde vlak, op één vel papier. Om de tekening simpel te houden maken we abstractie van de schuinstand van de aardas. De aarde draait dus rond een as, loodrecht op het blad papier.

Van "boven" gezien (N-Z) draait de aarde, eenmaal per dag, rond haar as in tegenwijzerzin (wit pijltje) en eenmaal per jaar rond de zon, ook in tegenwijzerzin. Elk sprongetje in de animatie komt overeen met een halve maand.

Om gezien te worden moet de ster zich in het gezichtsveld van de waarnemer bevinden en mag zij niet verbleekt worden door de zon. Op de animatie ziet u duidelijk dat de ster, 's nachts, een paar maanden onzichtbaar is en dan terug verschijnt aan de hemel. Overdag is ze natuurlijk nooit zichtbaar.

1 dag = 24 uur = 1440 minuten


1440 minuten per jaar is iets minder dan

4 minuten per dag (1440 : 360)

Als we de aarde even als middelpunt beschouwen zien we dat de zon "meedraait" met de aarde (ook linksom) en dat zij op één jaar éénmaal minder door de meridiaan van de waarnemer gaat dan de ster. Dit wil zeggen dat er op één jaar 365 "zonnedagen" zijn en 366 "sterrendagen". Een sterrendag is dus 4 minuten korter dan een zonnedag.

De zon loopt dus elke dag 4 minuten achter op de sterren. Anders gezegd: de sterren komen elke dag 4 minuten vroeger op. En nu komen we terzake en gaan we tonen wat de heliakische opkomst juist is.

Hieronder beschouwen we drie gevallen.

Ter vereenvoudiging hebben we maar één ster getekend en hebben we de zon altijd dezelfde baan laten doorlopen, dus geen winter- en zomertoestanden met een lage en een hoge zon. De animatie gebeurt in stapjes van 1 uur (=15°). Om nog jarenlang te kunnen genieten (?) van deze tekeningen hebben we alvast het poolijs laten wegsmelten onder invloed van de opwarming van de aarde. Groenland zit nog wel onder het ijs; voor hoelang nog ?

  GEVAL A  
De aarde bevindt zich
tussen de ster en de zon
Van boven gezien,
draait de aarde linksom
De waarnemer, kijkend naar het zuiden,
ziet de sterren rechtsom draaien.
De ster is de ganse nacht zichtbaar.
  GEVAL B  
De zon bevindt zich
tussen de aarde en de ster
  De ster is niet zichtbaar.
  GEVAL C  
In deze positie
komt de ster heliakisch op
  De ster is eventjes zichtbaar, juist voor zonsopkomst.
Goed opletten, het is voorbij voor u het weet !

Elke dag komt de ster 4 minuten vroeger op. Indien u de ster bij het ochtendgloren voor het eerst opmerkt, bijvoorbeeld gedurende 6 minuten, dan wil dat zeggen dat u de dag voordien niet goed gekeken heeft of dat er mist was.

Vermoedelijk hebben de Egyptenaren de heliakische opkomst van Sirius nooit gemist: zij kondigde de overstromingen van de Nijl aan en zij luidde het nieuwe jaar in. Wij tellen toch ook, heel secuur, de seconden af op oudejaarsavond.

Op het plateau van Giza zijn zonsopkomst en -ondergang niet zo plots als aan de evenaar. Er is sprake van deemstering of schemering. Een beetje voor de zon opkomt, begint het al te klaren en zijn de zwakste sterren niet meer zichtbaar. De helderste sterren daarentegen blijven zichtbaar tot de zon effectief opkomt. Sirius is zo een heldere ster.

Einde pagina, terug naar boven

Bronvermelding: