Geschiedenisoverzicht

 

Prehistorische Tijd ca. 250.000 - ca. 5000 v.C.

Savanne-landschap

De oudst gekende Egyptische artefacten zijn 250.000 jaar oud.

Ongeveer 10.000 jaar geleden was Noord-Afrika een savanne; geleidelijk werd het klimaat droger, de savanne werd een dorre woestijn en de bewoners weken uit naar de vruchtbare Nijlvallei.

Woestijn-landschap

Predynastieke Tijd ca. 5000 - ca. 3000 v.C.

vaas uit de Naqada cultuur (Louvre)

In Opper-Egypte ontstaat de Naqada I-cultuur, later de Naqada II-cultuur in Neder-Egypte. Rond 3200 v.C. komt onder de Naqada III-cultuur een politieke eenmaking van het land; deze periode noemt men de 0de dynastie.

 

De Voortijd ca. 3000 - ca. 2700 v.C.: 1e en 2e dynastie

De Egyptische farao Narmer (soms ook Menes of Hor-Aha genoemd) wordt beschouwd als de grondlegger van de 1e dynastie.

De basis van de faraonische beschaving werd verder ontwikkeld.

Koning Narmer (1e dynastie) wordt beschouwd als de “vereniger” van Opper- en Neder-Egypte, Memphis wordt de residentiestad.

 

Het Oude Rijk ca. 2700 - ca. 2170 v.C.: 3e - 8e dynastie

Djoser
Chefren

De eerste bloeiperiode in Egypte begint met koning Djoser (3edynastie), bouwer van de trappenpiramide te Sakkara, de eerste grote natuursteenconstructie.

Vanaf de regering van Snefroe (4e dynastie)  begint de piramidetijd, een periode van grote vernieuwingen op politiek, religieus, economisch en artistiek vlak.

Snefroe bouwde twee piramiden te Dasjoer: de Knikpiramide en de Rode Piramide,  en voltooide/bouwde de piramide van Meidoem, het waren de eerste gladde piramides.

Cheops en Chefren zijn de grote bouwheren uit deze periode.

De piramide is een uitdrukking van de unieke status van de koning, de levende Horus. De piramidebouw had een grote  invloed op het economisch leven  in Egypte; en creëerde werkgelegenheid voor duizenden. Verantwoordelijke taken, o.m. het beheer van de Koninklijke domeinen, werden aan leden van de Koninklijke familie toegewezen, na hun dood werd het domein weer aan de kroon toegevoegd.

Vanaf de 5e dynastie  werden verantwoordelijke taken meer aan competente ambtenaren toegewezen, langzamerhand kwamen deze ertoe  hun ambt erfelijk te maken waardoor ze een grotere onafhankelijkheid t.o.v. de koning kregen, hetgeen een politieke decentralisatie tot gevolg had en het verval van het Oude Rijk inluidde.

Op het eind van de 6e dynastie, na een uitzonderlijk lange regering van Pepi II (meer dan 90 jaar?), waardoor de dynamische kracht van het centrale gezag afbrokkelde, gepaard met klimaatswijzigingen, met grote droogten extreem lage Nijlwaterstanden, en invallen van nomaden uit de oostelijke Delta, kwam een politieke ineenstorting en het einde van het Oude Rijk

TrappenpiramideKnikpiramide
Rode piramide
Piramide van Meidoem
Grote piramiden van Giza

Overgangstijd ca. 2170 - ca. 2025 v.C.: 9e -10e dynastie

 

In deze periode is het stabiele wereldbeeld uit het Oude-Egypte ingestort en de sociale orde volledig verdwenen. Koninklijke privileges vallen in handen van de gouwvorsten.  Er ontstaan twee machtscentra, de 9e en 10e dynastie te Heracleopolis en de 11e dynastie te Thebe (Antef-dynastie)

In deze periode ontstaat de “provenciale” kunst, met een originele ongedwongen stijl die sterk afsteekt tegen de strenge officiële idialiserende kunst van het Oude Rijk.

 

Het Middenrijk ca. 2025 - ca. 1645 v.C.: 11e - 14e dynastie

Amenemhat I

Montoehotep (van de Thebaanse Antef-familie) overwint de dynastie van Heracleopolis en herenigt de “beide landen” in de 11e dynastie.

De koning wordt niet langer beschouwd als een levende god maar als een ”goede herder” bekommerd met de problemen van zijn onderdanen.

Met de 12e dynastie breekt een welvarende periode aan voor Egypte.

De Thebaanse god Amon, met hoofdtempel te Karnak, groeit van een kleine lokale god uit tot de grote rijksgod van Egypte.

Amenemhat I verplaats de residentiestad naar het huidige El-Lisjt in het Fajoem.

Het Middenrijk vormt een cultureel hoogtepunt in de Egyptische geschiedenis met hoge creativiteit los van de vroegere klassieke hofcultuur.

De koningen laten opnieuw piramiden met grootse dodentempels bouwen; de toegepaste techniek verschilt van deze in het Oude Rijk; de  piramidekern werd opgebouwd uit tichelsteen en bekleed met Toera-kalksteen. Deze laatste werd later verwijderd zodat de piramiden sterk verweerden.

De internationale betrekkingen met het Syro-Palestijnse regio zijn belangrijk.

Sinouhe scribe

De Hyksos-tijd ca. 1645 - ca. 1550 v.C.: 15e - 17e dynastie

 

Tijdens het Middenrijk was een groot aantal immigranten zich in de Delta komen vestigen, ze konden de Koninklijke macht grijpen. Men noemt ze de Hyksos-koningen (afgeleid van het Egyptisch "Heqaoe Chasoet" = "heersers van de vreemde landen"). De Hyksos regeerden over een deel van Palestina en over Beneden-Egypte, Avaris was hun hoofdstad en Seth hun hoofdgod. De Hyksos namen de Egyptische cultuur over. Nieuwe technieken werden uit het Nabije Oosten ingevoerd: bronsbewerking, nieuwe wapens, paard en wagen.

Vanuit Thebe waar de macht in handen was van de lokale 17e dynastie bindt men de strijd aan tegen de Hyksosdominantie en slaagt men erin de Hyksos uit Egypte te verdrijven.

 

Het Nieuwe Rijk ca. 1550 - ca. 1070 v.C.: 18e - 20e dynastie

Hatsjepsoet
Toetanchamon
Ramses II

Ahmose verenigt opnieuw Egypte onder een gezag en sticht het Nieuwe Rijk, een land dat zich uitstrekt van de 2e cataract in het zuiden tot in Palestina in het Noorden. Het was de voornaamste mogendheid in het Nabije Oosten.

Bij de dood van Thoetmosis II wordt Hatsjepsoet regentes van de jonge Thoetmosis III, ze laat zich tot koning kronen en zal twintig jaar het land besturen. Ze wordt opgevolgd door Thoetmosis III die het rijk uitbreidt van de Eufraat tot de vierde Nijlcataract. Ten tijde van Amenhotep III bereikt Egypte een hoogconjonctuur. Onder zijn opvolger Amenhotep IV (Echnaton) worden de traditionele goden vervangen door de unieke god Aton. Bij zijn dood keert men terug naar de traditionele cultus onder koning Toetanchamon.

In de 19e dynastie zorgt Ramses II voor een van de roemrijkste perioden uit de Egyptische geschiedenis, hij strijdt tegen de Hettitische grootmacht en sluit hiermede een vredesverdrag, het eerste “niet-aanvalspact” uit de geschiedenis.

In de 20ste dynastie is Ramses III de laatste belangrijke koning. Hij verslaat de Zeevolkeren die het Middellandse Zeegebied jarenlang onveilig maakten. Een haremsamenzwering leidt tot de moord op deze laatste grote koning van Egypte

 

De Vervaltijd ca. 1070 - ca. 655 v.C.: 21e - 25e dynastie

 

Het is een periode van meerdere koningshuizen:

21e dynastie: koningen van Thebe en Tanis

22e dynastie: koningen in Boebastis

23e dynastie: koningen in Leontopolis

24e dynastie: koningen in Saïs

25e dynastie: Nubische koningen

 

Saïtische Tijd ca. 664 - ca. 525 v.C.: 26e dynastie

 

Wanneer de laatste Nubische koning zijn moederland vervoegt laat de Assyrische vazal Psammetichus van Saïs zich tot koning uitroepen. Het is een periode van heropleving van de kunsten uit het Oude  Rijk en het Middenrijk, ze wordt aangeduid als Saïtische Renaissance

 

De Natijd ca. 525 - 332 v.C.: 27e - 31e dynastie

 

In deze periode wordt Egypte geconfronteerd met een snelle wisseling van diverse culturen in volgende dynastieën

27e dynastie: Perzische koningen

28e dynastie: koning van Saïs

29e dynastie: koningen van Mendes

30e dynastie: koningen van Sebennytos

31e dynastie: Perzische koningen

 

De Griekse (Ptolemaïsche) Tijd 332 - 30 v.C.

Alexander de Grote
Cleopatra

Bij de verovering van Egypte door Alexander De Grote in 332 v.C., was Egypte een multiculturele samenleving van Egyptenaren, Libiërs, Grieken, Semieten en Perzen. Alexander liet zich door het orakel van Amon in de Siwa-oase, uitroepen tot “zoon van Amon” en wordt koning gekroond in Memphis. Hij sticht een nieuwe hoofdstad: Alexandrië.

Bij zijn dood wordt hij opgevolgd door zijn generaal Ptolemaios I (van Macedonische oorsprong). Onder zijn bewind werd Grieks de officiële voertaal, Grieken vormden de economische, culturele en politieke toplaag van de bevolking. De ruileconomie werd definitief vervangen door een geldeconomie; voor het eerst kwam geld in omloop. Alexandrië werd de culturele hoofdstad van het Middellands Zeegebied. Nieuwe tempels werden gebouwd: Dendera en Edfoe

In de kunst ontstaat een mengstijl met Griekse en Egyptische elementen.

De laatste vertegenwoordiger van de Ptolemaeiërs is Kleopatra VII.

Na de slag van Actium in 31 v.C. wordt Egypte een Romeinse provincie.

 

De Romeinse Tijd 30 v.C. - 395 n.C.

Romeinse soldaat

In deze periode verloor Egypte elke autonomie, het werd bestuurd door een prefect onder de juridictie van de Romeinse keizer. De zware belastingen leidden tot verval. Bestaande tempels werden voltooid en versierd.

De Oud Egyptische geschiedenis eindigt in 395 n.C. toen het Romeinse Rijk verdeeld werd in een westelijk deel en een oostelijk. Egypte behoorde tot dit laatste: het Byzantijnse Rijk.

 

De Byzantijnse tijd 395 - 640

Justitianus

Egypte maakt deel uit van het Oost-Romeins (Byzantisch) Rijk

 

De Arabische tijd 640 - 1798

Moskee Amr Ibn el-As

640: de islamitische troepen onder leiding van Amr Ibn el-As veroveren Egypte.

 

De Moderne tijd vanaf 1798

Mohamed Ali
ferdinand de Lesseps
Faroek

1798: Franse invasie door Napoleon. Mohemet Ali wordt pasja

1867: Ismail wordt kedive (vorst)

1869: Inhuldiging van het Suez-kanaal (Ferdinand de Lesseps)

1874: Frans-Engels voogdijschap

1914: Egypte wordt Brits protectoraat

1936: onafhankelijkheid van Egypte, Faroek koning

1952: Republiek uitgeroepen na staatsgreep van generaal Naguib

1954: Nasser president

1970: Anwar al Sadat president, vermoord in 1981

1981: Hosni Moebarak president

Nasser
Sadat
Moebarak
Einde pagina, terug naar boven

Bronvermelding:

Marleen Reynders “Onder het Oog van de Zonnegod, 3000 jaar Oud-Egyptische beschaving”

“Indeling van de Egyptische geschiedenis”; voorstel van W.J. de Jong in “De Ibis” n°32-2007/1