Begrafenisgebruiken

 

Mummificeren

Mummificeren is een methode om kunstmatig de lichamen van overleden mensen te bewaren.

Gedurende de voordynastische periode werden de lijken in smalle kuilen gelegd, aan de rand van de woestijn, en toegedekt met het hete zand. Hierdoor trad dehydratatie op alvorens spier- en bindweefsels waren vergaan en werden de lichamen door heel natuurlijke omstandigheden geconserveerd.

Toen, in de dynastische periode, de lichamen van de overledenen in kisten werden gelegd en in graven bijgezet, was een natuurlijke dehydratatie onmogelijk en trad al snel ontbinding op.

Om hieraan te verhelpen zocht men naar methoden om op kunstmatige wijze te verkrijgen wat vroeger de natuur zonder ingrepen had mogelijk gemaakt, zo ontstond het mummificeren.

Het mummificeren gebeurde in ateliers die bij de necropool hoorden. De gebruikte methoden wisselden naargelang de tijd maar het hoogtepunt werd bereikt in het Nieuwe Rijk (ca 1500-1000 v.C.). Het hele proces duurde 70 dagen; het belangrijkste onderdeel was het ontvochten van het lichaam door het onder te dompelen in natron, een natuurlijk ontvochtingsmiddel bestaande uit carbonaat, bicarbonaat, chloride en sodiumsulfaat.

Opeenvolgende bewerkingen bij het mummificeren

  1. verwijderen van de hersenen, via de neus, met een gekromde haak,
  2. verwijderen van de ingewanden langs een insnijding in de linkerzij,
  3. sterelisatie van de lichaamsholte met wijn en kruiden,
  4. behandelen van de ingewanden en opbergen in canopen,
  5. voorlopig opvullen van het lichaam met natron en welriekende harsen,
  6. onderdompelen van het lichaam in natron gedurende 40 dagen,
  7. verwijderen van het voorlopig opvulmateriaal,
  8. onderhuidse opvullingen om het lichaam zijn oorspronkelijke vorm te geven,
  9. opvullen van de lichaamsholten met zakjes met mirre, kaneel en zaagsel,
  10. zalving van het lichaam met oliën,
  11. behandeling van de buitenzijde van het lichaam met gesmolten hars,
  12. inwikkeling van het lichaam en bijvoegen van amuletten en juwelen.

Hiernaast ziet u de canopen met de hoofden van de vier Horuszonen: Amset (mensenkop) bevat de lever, Doeatmoefed (jakhalskop) bevat de maag, Kebehsenoef (valkenkop) bevat de darmen, Hapi (apenkop) bevat de longen.

De mummie werd in een of meerdere mummiekisten gelegd en uiteindelijk, dit gebeurde meestal, in een stenen sarcofaag geplaatst.

Hiernaast ziet u de mummie van Toetanchamon, de mummiekisten en de sarcofaag:

  1. mummie van Toetanchamon met massief gouden masker
  2. antropoïde doodskist van massief goud (110kg)

  3. antropoïde doodskist van hout
  4. antropoïde doodskist van hout
  5. roodkwartsieten sarcofaag

Praktische oefening mummificeren

 

Indien u de bovenstaande tekst goed begrepen heeft, is het tijd voor een kleine praktische oefening.

Klik op het beeld hiernaast om de "Mummy Maker" van de BBC te starten.

Paleopathologie

Paleopathologie is de studie van gezondheid en ziekte in de oudheid.

Mummieonderzoek gebeurde destijds aan de hand van autopsie; dit richtte veel schade aan. Tegenwoordig geeft men de voorkeur aan röntgenonderzoek en CAT-scans, die de mummie niet beschadigen.

Men kreeg aldus een duidelijker beeld van ziekten in het oude Egypte: longontsteking, tuberculose, pokken, poliomyelitis en vele gevallen van parasitaire ziekten, zoals bilharzia (oogziekte).

Men heeft slechts acht gevallen van kanker vastgesteld terwijl ongeveer 20% van de volwassen mummies tekenen van aderverkalking vertonen.

Bij de studie van het gebit stelde men veel tandslijtage vast, die tot abcessen hebben geleid. Gruis afkomstig van het meel dat met molenstenen werd gemalen was hiervan de oorzaak.

Einde pagina, terug naar boven

Bronvermelding: