Het piramidedomein van Djoser

 

schijngraf

Onder koning Djoser (2690-2670 v.C.), tweede koning van de 3de dynastie, evolueerde de koninklijke graftombe, die in de 1ste en 2de dynastie uit een mastaba in gedroogde Nijlklei bestond, naar een trappenpiramide in natuursteen.

Deze trappenpiramide staat centraal in een ommuurd terrein van 555x278m. De omheiningmuur in kalksteen met een hoogte van 10m vertoont een in- en uitspringend resalietpatroon (teruggaand naar de Mesopotamische paleisfaçade) met 13 schijnpoorten en één toegangspoort. Door deze poort komt men in een toegangscolonnade met een plafond versierd met een stenen imitatie van houten dakbalkjes; aansluitend aan de zijwanden staan halve bundelpijlers.

De kolonnade geeft toegang tot een grote open hof  waarin twee B-vorige bakens zijn opgesteld; hier rond liep de koning zijn rituele loop bij het heb-sed  of jubileumfeest (na dertig regeringsjaren en vanaf dan om de drie jaar). Gedurende dit feest moest de koning een aantal fysieke proeven en rituelen ondergaan om hem opnieuw de kracht te geven om verder het land te kunnen regeren. De fysische proef bestond in een rituele loop. rond de B-bakens die de landsgrenzen symboliseerden. Het ritueel van de herkroning vond plaats op het troonplatform in de heb-sed-hof, ten oosten van de open hof.

Aan beide zijden van de heb-sed-hof bevinden zich schijnkapellen

De trappenpiramide

De Koninklijke graftombe begon als een mastaba, met een vierkant grondvlak en een hoogte van 8 meter, opgebouwd uit lokale kalksteen en bekleed met gepolijste Toera- kalksteenplaten. Deze mastaba vormde de kern van een trappenpiramide met vier treden en een hoogte van 40meter. Een laatste uitbreiding bracht het aantal treden op zes en de hoogte op 60 meter. De treden vormden een symbolische trap die de ba van de overleden koning toeliet op te stijgen tot zijn vader Re, de zonnegod.

Tegen de noordzijde van de piramide bevond zich de piramidetempel met twee open offerhoven en het serdab (beeldenkamer) met ka-beeld van Djoser; in de voormuur zijn twee gaten uitgehakt om het ka-beeld in staat te stellen deel te nemen aan de offers in de kapel vóór de serdab.

De onderbouw van de piramide bestaat uit een schacht die toegang geeft tot een grafkamer in rode graniet van Aswan  en verder tot een wirwar van gangen en ruimtes.

Tegen de zuidkant van de omheiningmuur bevindt zich het Zuidelijk Graf en een cultuskapel.


nissenfaçade met toegang

zoldering colonnade

heb-sed-hof

colonnade met halfzuilen

Het Djoserdomein te Saqqara


plattegrond van het Djoserdomein

Het Djoserdomein is niet enkel een funerair complex voor de overleden koning maar tevens een reconstructie van zijn residentie in Memphis, waarin hij, na zijn wedergeboorte, eeuwig zou regeren.

Het funerair domein, 15 ha groot, is omgeven door een 10,50m hoge muur met nissenfaçade die 14 schijnpoorten en 1 toegang (1) heeft. Een colonnade (2) met aan weerszijden halfzuilen geeft toegang tot de grote Open Hof (3) waarin 2 loopbakens (4) en een podium (5) zijn opgesteld. Centraal in het domein staat de trappenpiramide (8) met aanliggende dodentempel (12) en het serdab (11), waar het ka-beeld van de overledene de funeraire offers en gebeden in ontvangst nam. Rechts van de open hof bevindt zich de heb-sed-hof (7), voor de jubileumfeesten, die de koning in zijn fysieke kracht en monarchale macht moesten bevestigen. Op het podium met dubbele trap (7a) vonden de plechtigheden plaats. Links en rechts bevinden zich schijnkapellen. Aan de ingang van de heb-sed-hof bevindt zich de T-tempel (6), waarin de intronisatieriten van de koning bij het sed-feest, plaatsvonden. Meer naar het noorden heeft men een binnenplaats met hoefijzervormig altaar en het huis van het Zuiden (9) met de heraldische plant van het Zuiden: de lotus, gevolgd door een tweede binnenplaats met het huis van het Noorden (10), met de heraldische plant van het Noorden: de papyrusplant. Aanliggend aan de zuidmuur van de open hof bevindt zich een langgerekte mastaba: het zuidelijk graf (13) met grafkamer (cenotaaf) van de koning, en een gebouwtje met nissenfaçade en bovenaan een cobrafries (14).

Het Serdab


Serdab met kijkgaatjes (de muur is vuil van de vettige handen van de toeristen)

Midden een ommuurd domein (555x278m) staat het 60m hoge en 6 treden tellende grafmonument van koning Djoser. Dit is het eerste volledig in natuursteen uitgevoerde monument van Egypte, gebouwd rond 2680 v. C. door architect Imhotep.

Het graf begon als een rechthoekige mastaba (zoals gebruikelijk in de 1ste en 2de dynastie), Op deze basis bouwde men een eerste trede, uiteindelijk werden het er zes, hetgeen de totale hoogte op 60m bracht. Alle treden waren bekleed met platen Toera-kalksteen (onderaan nog merkbaar). De ingang van de grafkamer ligt aan de N.kant leidt naar een labyrint van gangen, schachten en kamers.

De dodentempel lag aan de noordzijde; links, tegen het schuine piramidevlak ligt de “serdab” met het ka-beeld van Djoser. In het serdab zijn twee kijkopeningen uitgeboord, hierdoor kon het ka-beeld van de koning "piepen" naar de offergaven die hem dagelijks werden gebracht en de ka (levenskracht) ervan tot zich te nemen.

De trappenpiramide is slechts een onderdeel van het Djoserdomein. Belangrijk zijn: de kolonnade met stenen plafondbalkjes (imitatie van houten elementen), de Grote Open Hof met zijn B-vormige bakens waarrond de koning de “rituele loop” liep en de Heb-Sed-Hof met schijnkapellen en troonplatform. Hier moest Djoser zijn 30-jarige regeringsjubileum vieren.

De Trappenpiramide

In werkelijkheid gaat het niet om een piramide maar om een trappenmastaba. In bouwfase 1 werd een vierkante mastaba met 71,5m zijde en 8,40m hoogte opgetrokken. In bouwfase 2 werden de zijden vergroot met 4m. In bouwfase 3 werd de oostelijke kant van de mastaba aan 1 zijde met 8,40m verbreed. In bouwfase 4 werden de vier zijden vergroot tot het niveau van de eerste trap van de huidige piramide. In bouwfase 5 werden 4 trappen toegevoegd en in bouwfase 6 nog 2 extra trappen. Het gaat dus om een opeenstapeling van mastaba's. De eerste echte trappenpiramide werd gebouwd door Djosers opvolger, koning Sechemchet, ze bleef onafgewerkt.

Onder de piramide van Djoser bevindt zich de granieten grafkamer, afgesloten door een granieten prop van 3,5 ton. Verder een koningsverblijf gedecoreerd met blauwe faiencetegels, trappen, tunnels met schijndeuren, gedecoreerd met steles, Koning Djoser voorstellend bij de ceremoniële heb-sed-loop, magazijnen en galerijen. Een ondergronds netwerk met een totale lengte van 5,7km.

Einde pagina, terug naar boven

Bronvermelding:

Tekening uit: L'Egypte restituée, tome 3