Tempel van Medinet Haboe

 

1. Versterkte toegangspoort

2. eerste pyloon

3. Eerste hof

4. Tempelpaleis

5. Tweede pyloon

6. Tweede hof

7. Hypostyle zaal

8. Offerzaal

9. Barkenkapel

10. Amon-tempeltje

De dodentempel van Ramses III, gelegen te Medinet Haboe, is een van de interessantste en best bewaard gebleven tempels van Egypte. Het gigantisch tempeldomein, meer dan 66.000m2, was omgeven door een kleisteenmuur van 19m hoog en 10m dik. Op het terrein staan diverse monumenten. De dodentempel (Huis van de Miljoenen Jaren) is veruit het meest interessant.


De hoge poort

Op de plaats van de huidige toegang lag destijds de kade waar de schepen konden aanmeren. Een stenen pad leidt naar de Hoge Poort, een versterkte poort, geïnspireerd op een Migdol (West-Aziatische vesting). Tempels  waren heilige plaatsen die moesten beschermd worden tegen chaotische krachten, vandaar de omheiningsmuur; de “vestingspoort” die enkel voorkomt bij deze tempel, had tevens tot doel de tempel te beschermen tegen aanvallen van een ontevreden bevolking in deze periode van dalende economische welvaart.

Het poortgebouw is versierd met reliëfs die de overwinning van de koning op de vijanden van Egypte afbeelden; deze vijanden stellen in feite de chaotische krachten voor die voortdurend de maät bedreigen; de afbeeldingen zijn dus te beschouwen als magische middelen om nefaste krachten uit de tempel te houden.

Op de binnenkoer bevindt zich een reliêf van Ptah: ”de goede god die smeekbeden aanhoort”, hier kwam de gewone sterveling zijn gebeden richten tot de goden die huisden in de tempel die hij niet mocht betreden.

Boven de ingang waren kamers in de poort gebouwd, dit waren de haremkamers, in gebruik als de koning de tempel bezocht.

De poort geeft toegang tot de Voorhof; hier waren de barakken van de lijfwachten en de koninklijke stallen gevestigd.

De Dodentempel is zeker de sfeervolste van Egypte.

De Eerste Pyloon (65m breed, 27m hoog); met voorstellingen van Ramses III als de overwinnaar voor Amon-Re (links) en Re-Harachte (rechts). Tussen de sleuven voor de vlaggenmasten ziet men links een overwinningsspeech van Amon-Re, en rechts het “decreet” van Ptah waarin de overwinning op de Libiërs wordt herdacht.

Het Eerste Hof, vormt de audiëntiekoer van het aanliggend tempelpaleis. Voor de noordmuur staan zeven pijlers met kolosbeelden van de koning, met lendenschort, in zijn gekruiste armen houdt hij de koninklijke symbolen, op het hoofd draagt hij de “atef-kroon” met anagram “oeser-maät-Re” (troonnaam van de koning). Vestigen we er de aandacht op dat het hier niet gaat om z.g. Osirisbeelden (zoals vaak door plaatselijke gidsen en in boeken wordt beweerd), maar om de vergoddelijkte koning (te vergelijken met de kolossen in de pijlerzaal van de grote tempel van Aboe Simbel). De decoratie  van de eerste open hof staat volledig in het teken van de overwinningen van Ramses III op de Libyers en op de Zeevolkeren. Op het zuidelijk massief van de pyloon strijdt Ramses III met zijn leger tegen de Libyers, op het noordelijk massief worden manden handen en penissen, afgehakt bij de omgekomen vijand, gedumpt, zo telde men het aantal gedode vijanden zodat de legereenheden evenredig aan hun prestaties konden worden beloond, eigenlijk was dit een vroeg boekhoudingsysteem.

Het tempelpaleis was de residentie van de koning bij zijn bezoek aan de tempel.

Let op het verschijningsvenster, een formeel balkon voor het verschijnen van de koning en het uitreiken van onderscheidingen.

Het Tweede Hof  vormt de feestkoer; dit blijkt uit de wanddecoratie en de feestkalender o.m. ter ere van de ithyfallische god Min en Ptah-Sokar, wachter van de Onderwereld. Op het terras aan de achterzijde van deze hof ziet men taferelen van Ramses bij zijn kroning en de processie met koningszonen en –dochters.

De tweede hof geeft toegang tot:

De eerste, tweede en derde zuilenzaal, enkel de onderste bouwlagen zijn hiervan nog aanwezig, de bovenste werden verwijderd door latere bouwers die de tempel als steengroeve gebruikten. Let op de linkerwand van de eerste zuilenzaal waar een opening leidt naar de Koninklijke Schatkamers; het lijkt erop dat de deur is uitgehakt uit de reeds versierde muur, dit is echter een list, het merendeel van het jaar werd de opening dicht gepleisterd en beschilderd om de indruk te wekken dat de muur doorliep; door de opening te verbergen hoopten de priesters de tempelschat te beschermen.

Achteraan in de tempel bevond zich het Heilige der Heiligen, met een schijndeur, waardoor de “ba” van de vergoddelijkte koning de tempel kon betreden en de offergaven in ontvangst nemen; de nacht bracht de “ba” door in het koningsgraf. De eeuwigdurende herhaling van deze cyclus garandeerde de afgestorvene een eeuwigdurend bestaan.

Het tellen van gesneuvelde vijanden

Reliëfs op de noordelijke buitenmuur van de eerste open hof van de dodentempel van Ramses III te Medinet Haboe.

Deze decoraties staan in het teken van de overwinningen van Ramses III.

Na de strijd wordt het aantal gesneuvelde vijanden aan de koning gemeld; ter staving telt men de afgehakte handen en penissen.


een hoop afgehakte penissen

een hoop afgehakte handen
Einde pagina, terug naar boven

Bronvermelding:

Tekening uit: L'Egypte restituée, tome 1: Sites et temples de Haute Egypte