Tempel van Kom Ombo

 

1. Pyloon (weggespoeld)

2. Open hof

3. Zuilenzaal.

4. Hal der verschijningen

5. Offerzaal

6. Heiligdom Haroëris

7. Heiligdom Sobek

De tempel ligt in een bocht van de Nijl; in de loop der tijden werd de pyloon en een deel van de Voorhof weggespoeld. De tempel, begonnen in de Ptolemaeïsche periode werd in de Romeinse afgewerkt (rond 50 n.C.).

De tempel is gewijd aan twee goden: Haroëris (Horus) en Sobek. Op de Romeinse open hof liggen nog resten van een brandaltaar. Op de rechter zuilen zijn voorstellingen van keizer Tiberius die offert aan de goden. In het centrum van de hof de basis van de barkensokkel. In de zuilenzaal, met dubbele toegang, zijn afbeeldingen van de koning die gekroond wordt voor de goden. In de volgende zaal, de hal der verschijningen, zien we keizer Nero, met rode kroon en geplisseerd kleed, in gezelschap van een priester zijn paleis verlaten. Door een vestibule komt men in de offerzaal waar op de rechterwand de feestkalender is afgebeeld. Er achter liggen beide heiligdommen waartussen een ondergrondse crypte waaruit de priester orakels” uitsprak” in naam der goden. Op de noord-oost wand van de omgang vindt men het beroemde reliëf met de chirurgische instrumenten.

De chirurgische koffer

De geknielde keizer, Marcus Aurelius, offert twee oedjat-ogen aan de god Haroëris “aan het hoofd van de twee oedjat-ogen” (Horus de Oude = Her wer), een van de twee goden waaraan de tempel gewijd is.

Voor hem bevindt zich een opengeklapt koffertje met medische instrumenten: scalpels, tangen, (ook een verlostang volgens de gids?) scharen, messen, zagen, boren en een microscoop (volgens bepaalde plaatselijke gidsen!!), kleine zakjes met mineralen o.m. gebruikt voor de aanmaak van oogcosmetica, edelmetalen en een weegschaal met twee oedjat-ogen.

Het oedjat-oog, een regeneratiesymbool, verwijst naar het mythisch verhaal van het gewonde oog van Re en van Horus; daarnaast werd het gebruikt als maateenheid, waarbij de verschillende oogonderdelen verwijzen naar verhoudingen gebruikt bij het bereiden van medicijnen.

De offerande van een chirurgische koffer aan Haoëris, de hoofdgeneesheer van de zonnegod, “die de oedjat-ogen van Re geneest” is een metafoor voor de regeneratie van de zonnegod, hetgeen de zonnecyclus en de zich steeds herhalende schepping garandeert.


Het cultusreliëf, (ook in de omgang), vertoont een kleine nis, hier stond een Maät-beeldje met, aan weerszijden, “luisterende oren” (die de gebeden van de gewone man aanhoorden), erboven een afbeelding van de vier winden: zuidenwind = leeuw, oostenwind = valk, noordenwind = stier en de westenwind = slang.

Let ook op de voorstelling (oostelijke zijde van het begin van de tempelmuur) van de koning die de vijanden verslaat in gezelschap van zijn klauwende leeuw, die de hand van een vijand verscheurt.

Einde pagina, terug naar boven

Bronvermelding:

Aquarel: J.C. Golvin, A. Gros de Beler: Voyage en Egypte ancienne